Curcumine is een populair voedingssupplement vanwege de bekende en bewezen antioxiderende en ontstekingsremmende eigenschappen. Het wordt geëxtraheerd uit de wortels van de kurkumaplant en komt meestal in poedervorm.
Over het algemeen is het grootste probleem bij het innemen van curcumine de lage biologische beschikbaarheid, wat betekent dat het snel wordt gemetaboliseerd en slecht wordt opgenomen. Er zijn echter veel manieren om dit te verbeteren en het beste uit je dagelijkse dosis curcumine te halen!
Lees verder en ontdek wat de beste manier is om curcuminesupplementen in te nemen.
Curcumine - Biologische Beschikbaarheid en Opname
Curcumine is het dominante polyfenol in kurkumapoeder en is verantwoordelijk voor de kenmerkende heldergele kleur.
De polyfenolische chemische structuur voorkomt echter dat curcumine goed door het lichaam wordt opgenomen. Bij de gebruikelijke fysiologische pH is curcumine helemaal niet oplosbaar in water. Het is ook gevoelig voor licht en relatief chemisch onstabiel. Zodra het door de maag gaat, wordt het slechts gedeeltelijk opgenomen in de dunne darm en ondergaat het een uitgebreide reductie in de lever en de galblaas.1
Om al deze redenen worden curcuminesupplementen speciaal geformuleerd om het te beschermen tegen licht, lage pH en een snelle afbraak. Desalniettemin zijn de juiste timing en manier van inname van curcumine nog steeds cruciaal voor een verhoogde biologische beschikbaarheid, en er zijn veel manieren waarop dit kan worden verbeterd.
Wanneer en hoe moet ik curcumine innemen?
Omdat curcumine zeer slecht oplosbaar is in water, moet het worden ingenomen terwijl je iets vetterigs eet, bij voorkeur voedsel op basis van olie of ei. Je zou het bijvoorbeeld kunnen nemen wanneer je een salade eet met wat olijfolie, of een omelet. Elk ander op vet gebaseerd voedsel zou ook werken, zoals:
- Avocado's,
- Soja,
- Visoliesupplementen,
- Kippendijen,
- Zalm,
- Kaas,
- Room,
- Diverse sauzen, etc.
Het helpt ook als je meer kurkuma in je maaltijden verwerkt.
Bepaalde specifieke ingrediënten kunnen ook helpen bij de opname van curcumine. Namelij piperine, het actieve ingrediënt in peper, en lecithine, dat staat voor een groep fosfolipiden, meestal geïsoleerd uit soja of eieren.
Sommige studies hebben aangetoond dat piperine de biologische beschikbaarheid van curcumine tot 2000% verhoogt wanneer beide in geïsoleerde vorm worden ingenomen.2 Het kan zelfs helpen als je je eten kruidt met wat peper, hoewel de concentraties piperine dan relatief laag zouden zijn.
Lecithine is een andere reden waarom het een goed idee is om curcuminesupplementen met eieren of soja in te nemen. Lecithinen zijn niet slechts één molecuul, maar een hele groep specifieke lipiden die celmembranen opbouwen. Als lipiden zijn ze hydrofoob en vet, wat helpt bij de opname van curcumine. Lecithine is niet zo effectief als piperine, maar het verhoogt de biologische beschikbaarheid in geïsoleerde vorm.3
Interessant is dat een studie heeft ontdekt dat de encapsulatie van curcumine samen met whey-eiwit ook de biologische beschikbaarheid van curcumine verhoogt4, dus het is een optie om het in te nemen met je whey-smoothie of -drankje.
Lees onze andere artikelen over curcumine:
Referenties
- Heger M., van Golen R.F., Broekgaarden M., Michel M.C. The Molecular Basis for the Pharmacokinetics and Pharmacodynamics of Curcumin and Its Metabolites in Relation to Cancer. Pharmacol. Rev. 2013 doi: 10.1124/pr.110.004044.
- Shoba G., Joy D., Joseph T., Majeed M., Rajendran R., Srinivas P.S. Influence of piperine on the pharmacokinetics of curcumin in animals and human volunteers. Planta Med. 1998;64:353–356. doi: 10.1055/s-2006-957450.
- Cuomo J, Appendino G, Dern AS, Schneider E, McKinnon TP, Brown MJ, Togni S, Dixon BM. Comparative absorption of a standardized curcuminoid mixture and its lecithin formulation. J Nat Prod. 2011 Apr 25;74(4):664-9. doi: 10.1021/np1007262.
- Jayaprakasha GK, Chidambara Murthy KN, Patil BS. Enhanced colon cancer chemoprevention of curcumin by nanoencapsulation with whey protein. Eur J Pharmacol. 2016 Oct 15;789:291-300. doi: 10.1016/j.ejphar.2016.07.017.